Woordenlijst
Leer werkwoorden – Spaans

comprometerse
¡Se han comprometido en secreto!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!

escribir por todas partes
Los artistas han escrito por toda la pared entera.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

olvidar
Ella no quiere olvidar el pasado.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

matar
Ten cuidado, puedes matar a alguien con ese hacha.
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!

criticar
El jefe critica al empleado.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

mezclar
Ella mezcla un jugo de frutas.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.

reducir
Ahorras dinero cuando reduces la temperatura de la habitación.
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.

sonar
¿Oyes sonar la campana?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

responder
Ella siempre responde primero.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

cortar
Para la ensalada, tienes que cortar el pepino.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.

perseguir
El vaquero persigue a los caballos.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
