Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/18316732.webp
veturi tra
La aŭto veturas tra arbo.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/92145325.webp
rigardi
Ŝi rigardas tra truo.
kijken
Ze kijkt door een gat.
cms/verbs-webp/77883934.webp
sufiĉi
Tio sufiĉas, vi ĝenas!
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
cms/verbs-webp/113966353.webp
servi
La kelnero servas la manĝaĵon.
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/40946954.webp
ordigi
Li ŝatas ordigi siajn poŝtmarkojn.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/93221279.webp
bruli
Fajro brulas en la kameno.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/103232609.webp
ekspozicii
Moderna arto estas ekspoziciata ĉi tie.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/33564476.webp
alporti
La pizolivisto alportas la pizon.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
cms/verbs-webp/122632517.webp
misfunkcii
Ĉio misfunkcias hodiaŭ!
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
cms/verbs-webp/127554899.webp
preferi
Nia filino ne legas librojn; ŝi preferas sian telefonon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/98082968.webp
aŭskulti
Li aŭskultas ŝin.
luisteren
Hij luistert naar haar.
cms/verbs-webp/68779174.webp
reprezenti
Advokatoj reprezentas siajn klientojn en juĝejo.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.