Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (PT)

cms/verbs-webp/130938054.webp
cobrir
A criança se cobre.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/80116258.webp
avaliar
Ele avalia o desempenho da empresa.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
cms/verbs-webp/100011930.webp
contar
Ela conta um segredo para ela.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/120193381.webp
casar
O casal acabou de se casar.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
cms/verbs-webp/83661912.webp
preparar
Eles preparam uma deliciosa refeição.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/57207671.webp
aceitar
Não posso mudar isso, tenho que aceitar.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/113316795.webp
entrar
Você tem que entrar com sua senha.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
cms/verbs-webp/20225657.webp
exigir
Meu neto exige muito de mim.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/114091499.webp
treinar
O cachorro é treinado por ela.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/50772718.webp
cancelar
O contrato foi cancelado.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/102114991.webp
cortar
O cabeleireiro corta o cabelo dela.
knippen
De kapper knipt haar haar.
cms/verbs-webp/96710497.webp
superar
As baleias superam todos os animais em peso.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.