Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (PT)

cms/verbs-webp/122707548.webp
estar de pé
O alpinista está no pico.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/35862456.webp
começar
Uma nova vida começa com o casamento.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/123492574.webp
treinar
Atletas profissionais têm que treinar todos os dias.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
cms/verbs-webp/99392849.webp
remover
Como se pode remover uma mancha de vinho tinto?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/54887804.webp
garantir
O seguro garante proteção em caso de acidentes.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
cms/verbs-webp/79201834.webp
conectar
Esta ponte conecta dois bairros.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/110401854.webp
acomodar-se
Conseguimos acomodação em um hotel barato.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
cms/verbs-webp/123619164.webp
nadar
Ela nada regularmente.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/125385560.webp
lavar
A mãe lava seu filho.
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/90554206.webp
relatar
Ela relata o escândalo para sua amiga.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/124545057.webp
ouvir
As crianças gostam de ouvir suas histórias.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/118596482.webp
procurar
Eu procuro por cogumelos no outono.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.