Woordenlijst
Leer werkwoorden – Indonesisch

takut
Anak tersebut takut dalam gelap.
bang zijn
Het kind is bang in het donker.

berada
Sebuah mutiara berada di dalam kerang.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.

lari
Beberapa anak lari dari rumah.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.

rukun
Akhiri pertengkaran Anda dan akhirnya rukun!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

tiba
Banyak orang tiba dengan mobil camper saat liburan.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

berlari menuju
Gadis itu berlari menuju ibunya.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.

melaporkan
Dia melaporkan skandal kepada temannya.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.

ikut serta
Dia ikut serta dalam lomba.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.

mengganti
Mekanik mobil sedang mengganti ban.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.

melayani
Pelayan melayani makanan.
serveren
De ober serveert het eten.

ambil alih
Belalang telah mengambil alih.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
