Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tagalog

cms/verbs-webp/115373990.webp
lumitaw
Biglaang lumitaw ang malaking isda sa tubig.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/75508285.webp
abangan
Ang mga bata ay laging abang na abang sa snow.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/102397678.webp
ilathala
Madalas ilathala ang mga patalastas sa mga pahayagan.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/104476632.webp
maghugas
Ayaw kong maghugas ng mga plato.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/55119061.webp
tumakbo
Malapit nang magsimulang tumakbo ang atleta.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
cms/verbs-webp/96710497.webp
lampasan
Ang mga balyena ay lumalampas sa lahat ng mga hayop sa bigat.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/59121211.webp
tumawag
Sino ang tumawag sa doorbell?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/80552159.webp
gumana
Sira ang motorsiklo; hindi na ito gumagana.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/63645950.webp
tumakbo
Siya ay tumatakbo tuwing umaga sa beach.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/113248427.webp
manalo
Sinusubukan niyang manalo sa chess.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/32180347.webp
buksan
Binubuksan ng aming anak ang lahat!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/118868318.webp
gusto
Mas gusto niya ang tsokolate kaysa gulay.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.