Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tagalog

cms/verbs-webp/84472893.webp
sumakay
Gusto ng mga bata na sumakay ng bisikleta o scooter.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/95655547.webp
paunahin
Walang gustong paunahin siya sa checkout ng supermarket.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/47062117.webp
mabuhay
Kailangan niyang mabuhay sa kaunting pera.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
cms/verbs-webp/113393913.webp
huminto
Ang mga taxi ay huminto sa stop.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/92207564.webp
sumakay
Sila ay sumasakay ng mabilis hangga‘t maaari.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/1422019.webp
ulitin
Maari ng aking loro na ulitin ang aking pangalan.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/112408678.webp
imbitahin
Iniimbita ka namin sa aming New Year‘s Eve party.
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
cms/verbs-webp/91603141.webp
tumakas
Ang ilang mga bata ay tumatakas mula sa bahay.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
cms/verbs-webp/59121211.webp
tumawag
Sino ang tumawag sa doorbell?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/121102980.webp
sumama
Maaari bang sumama ako sa iyo?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/104759694.webp
umasa
Marami ang umaasa sa mas maitim na kinabukasan sa Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/115172580.webp
patunayan
Nais niyang patunayan ang isang pormula sa matematika.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.