Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/111750432.webp
penjar
Tots dos pengen d’una branca.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/35862456.webp
començar
Amb el matrimoni comença una nova vida.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/95938550.webp
portar
Vam portar un arbre de Nadal.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
cms/verbs-webp/103797145.webp
contractar
L’empresa vol contractar més gent.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/114272921.webp
conduir
Els cowboys condueixen el bestiar amb cavalls.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
cms/verbs-webp/124525016.webp
quedar enrere
El temps de la seva joventut queda lluny enrere.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/35071619.webp
passar per
Els dos passen l’un per l’altre.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
cms/verbs-webp/120254624.webp
dirigir
A ell li agrada dirigir un equip.
leiden
Hij leidt graag een team.
cms/verbs-webp/114379513.webp
cobrir
Les llúdrigues cobreixen l’aigua.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/75001292.webp
marxar
Quan el semàfor va canviar, els cotxes van marxar.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/61245658.webp
saltar fora
El peix salta fora de l’aigua.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/123170033.webp
declarar-se en fallida
L’empresa probablement es declararà en fallida aviat.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.