Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/99602458.webp
beperk
Moet handel beperk word?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/34664790.webp
verslaan
Die swakker hond is in die geveg verslaan.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
cms/verbs-webp/118343897.webp
saamwerk
Ons werk saam as ’n span.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/95056918.webp
lei
Hy lei die meisie aan die hand.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.
cms/verbs-webp/41019722.webp
ry huis toe
Na inkopies doen, ry die twee huis toe.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/132305688.webp
mors
Energie moet nie gemors word nie.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/102327719.webp
slaap
Die baba slaap.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/107407348.webp
rondreis
Ek het baie rond die wêreld gereis.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/129403875.webp
lui
Die klok lui elke dag.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/124525016.webp
lê agter
Die tyd van haar jeug lê ver agter.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/87205111.webp
oorneem
Die sprinkane het oorgeneem.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
cms/verbs-webp/67095816.webp
saam trek
Die twee beplan om binnekort saam te trek.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.