Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/103719050.webp
ontwikkel
Hulle ontwikkel ’n nuwe strategie.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
cms/verbs-webp/80325151.webp
voltooi
Hulle het die moeilike taak voltooi.
voltooien
Ze hebben de moeilijke taak voltooid.
cms/verbs-webp/82669892.webp
gaan
Waarheen gaan julle albei?
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?
cms/verbs-webp/132305688.webp
mors
Energie moet nie gemors word nie.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/34664790.webp
verslaan
Die swakker hond is in die geveg verslaan.
verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
cms/verbs-webp/96710497.webp
oorskry
Wale oorskry alle diere in gewig.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/15441410.webp
uitpraat
Sy wil by haar vriendin uitpraat.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/123380041.webp
gebeur aan
Het iets met hom in die werkongeluk gebeur?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/106851532.webp
kyk mekaar aan
Hulle het mekaar vir ’n lang tyd aangekyk.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/73649332.webp
skree
As jy gehoor wil word, moet jy jou boodskap hard skree.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/35071619.webp
verbygaan
Die twee gaan by mekaar verby.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
cms/verbs-webp/119520659.webp
noem
Hoeveel keer moet ek hierdie argument noem?
ter sprake brengen
Hoe vaak moet ik dit argument ter sprake brengen?