Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/129945570.webp
respond
She responded with a question.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/130938054.webp
cover
The child covers itself.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/34725682.webp
suggest
The woman suggests something to her friend.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/40632289.webp
chat
Students should not chat during class.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/74119884.webp
open
The child is opening his gift.
openen
Het kind opent zijn cadeau.
cms/verbs-webp/109657074.webp
drive away
One swan drives away another.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
cms/verbs-webp/102823465.webp
show
I can show a visa in my passport.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/90292577.webp
get through
The water was too high; the truck couldn’t get through.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/96710497.webp
surpass
Whales surpass all animals in weight.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/88615590.webp
describe
How can one describe colors?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/47225563.webp
think along
You have to think along in card games.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/117897276.webp
receive
He received a raise from his boss.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.