Woordenlijst
Leer werkwoorden – Russisch

отправлять
Товары будут отправлены мне в упаковке.
otpravlyat‘
Tovary budut otpravleny mne v upakovke.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

тратить впустую
Энергию не следует тратить впустую.
tratit‘ vpustuyu
Energiyu ne sleduyet tratit‘ vpustuyu.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.

обходиться
Ей приходится обходиться маленькими деньгами.
obkhodit‘sya
Yey prikhoditsya obkhodit‘sya malen‘kimi den‘gami.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.

заканчиваться
Маршрут заканчивается здесь.
zakanchivat‘sya
Marshrut zakanchivayetsya zdes‘.
eindigen
De route eindigt hier.

благодарить
Большое вам спасибо за это!
blagodarit‘
Bol‘shoye vam spasibo za eto!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

болтать
Студенты не должны болтать на уроке.
boltat‘
Studenty ne dolzhny boltat‘ na uroke.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

бежать
Она бежит каждое утро на пляже.
bezhat‘
Ona bezhit kazhdoye utro na plyazhe.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.

гореть
В камине горит огонь.
goret‘
V kamine gorit ogon‘.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.

получать
Он получает хорошую пенсию в старости.
poluchat‘
On poluchayet khoroshuyu pensiyu v starosti.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

исправлять
Учитель исправляет сочинения учеников.
ispravlyat‘
Uchitel‘ ispravlyayet sochineniya uchenikov.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.

находить снова
Я не мог найти свой паспорт после переезда.
nakhodit‘ snova
YA ne mog nayti svoy pasport posle pereyezda.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
