Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

تركض خلف
الأم تركض خلف ابنها.
tarkud khalaf
al‘umi tarkud khalf abniha.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.

تعيد
المعلمة تعيد الأوراق المدرسية إلى الطلاب.
tueid
almuealimat tueid al‘awraq almadrasiat ‘iilaa altulaabi.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

يحصل
يجب عليه الحصول على إذن بالغياب من الطبيب.
yahsul
yajib ealayh alhusul ealaa ‘iidhn bialghiab min altabibi.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.

يزيل
الحفار يزيل التربة.
yuzil
alhifaar yuzil alturbata.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.

يجب الانتباه إلى
يجب الانتباه إلى علامات المرور.
yajib aliantibah ‘iilaa
yajib aliantibah ‘iilaa ealamat almururi.
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.

حصلت
حصلت على الباقي.
hasalat
hasalt ealaa albaqi.
terugkrijgen
Ik kreeg het wisselgeld terug.

يسحب
هو يسحب الزلاجة.
yashab
hu yashab alzilajata.
trekken
Hij trekt de slee.

يصدر
الناشر يصدر هذه المجلات.
yusdir
alnaashir yusdir hadhih almajalaati.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.

يشرح
الجد يشرح العالم لحفيده.
yashrah
aljadu yashrah alealam lihafidihi.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.

وجدت
لم أستطع العثور على جواز سفري بعد الانتقال.
wajadat
lam ‘astatie aleuthur ealaa jawaz safariin baed aliantiqal.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.

يغادرون
عندما تغيرت الإشارة، غادرت السيارات.
yughadirun
eindama taghayarat al‘iisharatu, ghadarat alsayarati.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
