Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans
当てる
私が誰か当てる必要があります!
Ateru
watashi ga dare ka ateru hitsuyō ga arimasu!
raden
Je moet raden wie ik ben!
向かって走る
少女は母親に向かって走ります。
Mukatte hashiru
shōjo wa hahaoya ni mukatte hashirimasu.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
取り除く
職人は古いタイルを取り除きました。
Torinozoku
shokunin wa furui tairu o torinozokimashita.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
キャンセルする
彼は残念ながら会議をキャンセルしました。
Kyanseru suru
kare wa zan‘nen‘nagara kaigi o kyanseru shimashita.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
変わる
気候変動のせいで多くのことが変わりました。
Kawaru
kikō hendō no sei de ōku no koto ga kawarimashita.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
送る
この会社は世界中に商品を送っています。
Okuru
kono kaisha wa sekaijū ni shōhin o okutte imasu.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
提案する
女性は彼女の友人に何かを提案しています。
Teian suru
josei wa kanojo no yūjin ni nanika o teian shite imasu.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
共有する
私たちは富を共有することを学ぶ必要があります。
Kyōyū suru
watashitachiha tomi o kyōyū suru koto o manabu hitsuyō ga arimasu.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
所有する
私は赤いスポーツカーを所有している。
Shoyū suru
watashi wa akai supōtsukā o shoyū shite iru.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
遅れる
時計は数分遅れています。
Okureru
tokei wa sū-bu okurete imasu.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
運ぶ
カウボーイたちは馬で牛を運んでいます。
Hakobu
kaubōi-tachi wa uma de ushi o hakonde imasu.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.