Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

失う
待って、あなたの財布を失くしましたよ!
Ushinau
matte, anata no saifu o shitsu ku shimashita yo!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

恐れる
その人が深刻に負傷していることを恐れています。
Osoreru
sono hito ga shinkoku ni fushō shite iru koto o osorete imasu.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.

使用する
彼女は日常的に化粧品を使用します。
Shiyō suru
kanojo wa nichijō-teki ni keshōhin o shiyō shimasu.
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.

引っ越す
隣人は引っ越しています。
Hikkosu
rinjin wa hikkoshite imasu.
verhuizen
De buurman verhuist.

混ぜる
さまざまな材料を混ぜる必要があります。
Mazeru
samazamana zairyō o mazeru hitsuyō ga arimasu.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

ついてくる
ひよこは常に母鳥の後をついてきます。
Tsuite kuru
hiyoko wa tsuneni haha tori no ato o tsuite kimasu.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.

返す
教師は学生たちにエッセイを返します。
Kaesu
kyōshi wa gakusei-tachi ni essei o kaeshimasu.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.

道に迷う
森の中では簡単に道に迷います。
Michinimayou
Mori no nakade wa kantan ni michi ni mayoimasu.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

増加する
その企業は収益を増加させました。
Zōka suru
sono kigyō wa shūeki o zōka sa semashita.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

受け入れる
一部の人々は真実を受け入れたくない。
Ukeireru
ichibu no hitobito wa shinjitsu o ukeiretakunai.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

乗る
彼らはできるだけ早く乗ります。
Noru
karera wa dekirudakehayaku norimasu.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
