Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/70624964.webp
zabavati se
Na sejmišču smo se zelo zabavali!
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
cms/verbs-webp/108118259.webp
pozabiti
Zdaj je pozabila njegovo ime.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.
cms/verbs-webp/65840237.webp
poslati
Blago mi bodo poslali v paketu.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/119952533.webp
okusiti
To res dobro okusi!
smaken
Dit smaakt echt goed!
cms/verbs-webp/125402133.webp
dotakniti se
Nežno se je dotaknil nje.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
cms/verbs-webp/111615154.webp
odpeljati nazaj
Mama odpelje hčerko nazaj domov.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/103910355.webp
sedeti
V sobi sedi veliko ljudi.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/96061755.webp
postreči
Danes nam bo postregel kar kuhar.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/127720613.webp
pogrešati
Zelo pogreša svoje dekle.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/84472893.webp
voziti
Otroci radi vozijo kolesa ali skiroje.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/86196611.webp
povoziti
Na žalost še vedno mnogo živali povozijo avtomobili.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/120762638.webp
povedati
Imam nekaj pomembnega, kar ti moram povedati.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.