Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/118026524.webp
saama
Ma saan väga kiiret internetti.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/15441410.webp
avalduma
Ta soovib oma sõbrale avalduda.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/118011740.webp
ehitama
Lapsed ehitavad kõrget torni.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/61575526.webp
teed andma
Paljud vanad majad peavad uutele teed andma.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/34567067.webp
otsima
Politsei otsib süüdlast.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/62175833.webp
avastama
Meremehed on avastanud uue maa.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
cms/verbs-webp/116610655.webp
ehitama
Millal Hiina suur müür ehitati?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/18473806.webp
saama korda
Palun oota, saad kohe oma korda!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/119289508.webp
hoidma
Sa võid raha alles hoida.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/114593953.webp
kohtuma
Nad kohtusid esmakordselt internetis.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/119895004.webp
kirjutama
Ta kirjutab kirja.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/117658590.webp
välja surema
Paljud loomad on tänapäeval välja surnud.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.