Woordenlijst
Leer werkwoorden – Ests

saama
Ma saan väga kiiret internetti.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.

avalduma
Ta soovib oma sõbrale avalduda.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.

ehitama
Lapsed ehitavad kõrget torni.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.

teed andma
Paljud vanad majad peavad uutele teed andma.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

otsima
Politsei otsib süüdlast.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

avastama
Meremehed on avastanud uue maa.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.

ehitama
Millal Hiina suur müür ehitati?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

saama korda
Palun oota, saad kohe oma korda!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

hoidma
Sa võid raha alles hoida.
houden
Je mag het geld houden.

kohtuma
Nad kohtusid esmakordselt internetis.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.

kirjutama
Ta kirjutab kirja.
schrijven
Hij schrijft een brief.
