Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/123179881.webp
øve
Han øver hver dag med skateboardet sitt.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/82604141.webp
kaste bort
Han tråkker på en bortkastet bananskall.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkere
Bilene er parkert i undergrunnen.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/90321809.webp
bruke penger
Vi må bruke mye penger på reparasjoner.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/77646042.webp
brenne
Du bør ikke brenne penger.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/110056418.webp
holde en tale
Politikeren holder en tale foran mange studenter.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/109434478.webp
åpne
Festivalen ble åpnet med fyrverkeri.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/63868016.webp
returnere
Hunden returnerer leketøyet.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/93697965.webp
kjøre rundt
Bilene kjører rundt i en sirkel.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/117491447.webp
avhenge av
Han er blind og avhenger av ekstern hjelp.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/87317037.webp
leke
Barnet foretrekker å leke alene.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
cms/verbs-webp/67035590.webp
hoppe
Han hoppet i vannet.
springen
Hij sprong in het water.