Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

øve
Han øver hver dag med skateboardet sitt.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.

kaste bort
Han tråkker på en bortkastet bananskall.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.

parkere
Bilene er parkert i undergrunnen.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

bruke penger
Vi må bruke mye penger på reparasjoner.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.

brenne
Du bør ikke brenne penger.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.

holde en tale
Politikeren holder en tale foran mange studenter.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.

åpne
Festivalen ble åpnet med fyrverkeri.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.

returnere
Hunden returnerer leketøyet.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.

kjøre rundt
Bilene kjører rundt i en sirkel.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.

avhenge av
Han er blind og avhenger av ekstern hjelp.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

leke
Barnet foretrekker å leke alene.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
