Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/93697965.webp
kjøre rundt
Bilene kjører rundt i en sirkel.
rondrijden
De auto’s rijden in een cirkel rond.
cms/verbs-webp/130814457.webp
tilsette
Hun tilsetter litt melk i kaffen.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/85010406.webp
hoppe over
Utøveren må hoppe over hindringen.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/91442777.webp
tråkke på
Jeg kan ikke tråkke på bakken med denne foten.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/91254822.webp
plukke
Hun plukket et eple.
plukken
Ze plukte een appel.
cms/verbs-webp/34725682.webp
foreslå
Kvinnen foreslår noe til venninnen sin.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/105504873.webp
ville forlate
Hun vil forlate hotellet sitt.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/101158501.webp
takke
Han takket henne med blomster.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.
cms/verbs-webp/120509602.webp
tilgi
Hun kan aldri tilgi ham for det!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/114052356.webp
brenne
Kjøttet må ikke brenne på grillen.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
cms/verbs-webp/5161747.webp
fjerne
Gravemaskinen fjerner jorden.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
cms/verbs-webp/111892658.webp
levere
Han leverer pizzaer til hjem.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.