Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/129945570.webp
svare
Hun svarte med et spørsmål.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/61575526.webp
vike
Mange gamle hus må vike for de nye.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/132125626.webp
overtale
Hun må ofte overtale datteren sin til å spise.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/96668495.webp
trykke
Bøker og aviser blir trykt.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/79582356.webp
dechiffrere
Han dechifrerer småskriften med et forstørrelsesglass.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
cms/verbs-webp/40094762.webp
vekke
Vekkerklokken vekker henne kl. 10.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/23257104.webp
skyve
De skyver mannen ut i vannet.
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/94193521.webp
svinge
Du kan svinge til venstre.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/105681554.webp
forårsake
Sukker forårsaker mange sykdommer.
veroorzaken
Suiker veroorzaakt veel ziekten.
cms/verbs-webp/114379513.webp
dekke
Vannliljene dekker vannet.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/64904091.webp
plukke opp
Vi må plukke opp alle eplene.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/79046155.webp
gjenta
Kan du gjenta det, vær så snill?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?