Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

navngi
Hvor mange land kan du navngi?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?

ringe
Jenta ringer vennen sin.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.

bli påkjørt
Dessverre blir mange dyr fortsatt påkjørt av biler.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

spise
Hønene spiser kornene.
eten
De kippen eten de granen.

belaste
Kontorarbeid belaster henne mye.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.

gjette
Du må gjette hvem jeg er!
raden
Je moet raden wie ik ben!

fjerne
Hvordan kan man fjerne en rødvinflekk?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?

dekke
Hun har dekket brødet med ost.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

takke
Jeg takker deg veldig for det!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

vaske
Arbeideren vasker vinduet.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.

ligge bak
Tiden for hennes ungdom ligger langt bak.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
