Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/77738043.webp
start
The soldiers are starting.
beginnen
De soldaten beginnen.
cms/verbs-webp/57574620.webp
deliver
Our daughter delivers newspapers during the holidays.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/97335541.webp
comment
He comments on politics every day.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/87205111.webp
take over
The locusts have taken over.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
cms/verbs-webp/36190839.webp
fight
The fire department fights the fire from the air.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/97119641.webp
paint
The car is being painted blue.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/106665920.webp
feel
The mother feels a lot of love for her child.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/118826642.webp
explain
Grandpa explains the world to his grandson.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hang
Both are hanging on a branch.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/94482705.webp
translate
He can translate between six languages.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/122707548.webp
stand
The mountain climber is standing on the peak.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/102823465.webp
show
I can show a visa in my passport.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.