Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tagalog

cms/verbs-webp/114993311.webp
makita
Mas mabuting makita gamit ang salamin sa mata.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/112408678.webp
imbitahin
Iniimbita ka namin sa aming New Year‘s Eve party.
uitnodigen
Wij nodigen je uit voor ons oudejaarsfeest.
cms/verbs-webp/1502512.webp
basahin
Hindi ako makabasa nang walang salamin.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/57481685.webp
ulitin
Inulit ng estudyante ang taon.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/106851532.webp
magtinginan
Matagal silang magtinginan.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/68841225.webp
intindihin
Hindi kita maintindihan!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/40477981.webp
pamilyar
Hindi siya pamilyar sa kuryente.
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
cms/verbs-webp/17624512.webp
masanay
Kailangan masanay ang mga bata sa pagsepilyo ng kanilang ngipin.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/84943303.webp
matatagpuan
Ang perlas ay matatagpuan sa loob ng kabibi.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.
cms/verbs-webp/119501073.webp
makita
Mayroon ang kastilyo - makikita ito sa kabilang panig!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
cms/verbs-webp/99633900.webp
explore
Gusto ng mga tao na ma-explore ang Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/112286562.webp
magtrabaho
Mas magaling siyang magtrabaho kaysa sa lalaki.
werken
Ze werkt beter dan een man.