Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/120128475.webp
razmišljati
Vedno mora razmišljati o njem.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
cms/verbs-webp/82095350.webp
potisniti
Medicinska sestra potiska pacienta v invalidskem vozičku.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/93150363.webp
zbuditi
Pravkar se je zbudil.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/121264910.webp
narezati
Za solato moraš narezati kumaro.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
cms/verbs-webp/41918279.webp
zbežati
Naš sin je hotel zbežati od doma.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/84850955.webp
spremeniti
Zaradi podnebnih sprememb se je veliko spremenilo.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/38296612.webp
obstajati
Dinozavri danes ne obstajajo več.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/75487437.webp
voditi
Najbolj izkušen planinec vedno vodi.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/122290319.webp
odložiti
Vsak mesec želim odložiti nekaj denarja za kasneje.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/124740761.webp
ustaviti
Ženska ustavi avto.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/91930542.webp
ustaviti
Policistka ustavi avto.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/99592722.webp
oblikovati
Skupaj oblikujemo dobro ekipo.
vormen
We vormen samen een goed team.