Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/118011740.webp
graditi
Otroci gradijo visok stolp.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/104818122.webp
popraviti
Hotel je popraviti kabel.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/129300323.webp
dotakniti se
Kmet se dotika svojih rastlin.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/61575526.webp
umakniti se
Mnoge stare hiše morajo umakniti pot novim.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/90554206.webp
poročati
Svoji prijateljici poroča o škandalu.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/105934977.webp
ustvarjati
Elektriko ustvarjamo z vetrom in sončno svetlobo.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/75001292.webp
odpeljati se
Ko se je luč spremenila, so se avti odpeljali.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/101556029.webp
zavrniti
Otrok zavrača svojo hrano.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/61162540.webp
sprožiti
Dim je sprožil alarm.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/119289508.webp
obdržati
Denar lahko obdržite.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/98977786.webp
poimenovati
Koliko držav lahko poimenuješ?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/41019722.webp
odpeljati domov
Po nakupovanju se oba odpeljeta domov.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.