Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

graditi
Otroci gradijo visok stolp.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.

popraviti
Hotel je popraviti kabel.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.

dotakniti se
Kmet se dotika svojih rastlin.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.

umakniti se
Mnoge stare hiše morajo umakniti pot novim.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

poročati
Svoji prijateljici poroča o škandalu.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.

ustvarjati
Elektriko ustvarjamo z vetrom in sončno svetlobo.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

odpeljati se
Ko se je luč spremenila, so se avti odpeljali.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.

zavrniti
Otrok zavrača svojo hrano.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.

sprožiti
Dim je sprožil alarm.
activeren
De rook activeerde het alarm.

obdržati
Denar lahko obdržite.
houden
Je mag het geld houden.

poimenovati
Koliko držav lahko poimenuješ?
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
