Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/119747108.webp
jesti
Kaj želimo jesti danes?
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/124458146.webp
zaupati
Lastniki mi za sprehod zaupajo svoje pse.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/11497224.webp
odgovoriti
Študent odgovori na vprašanje.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
cms/verbs-webp/99392849.webp
odstraniti
Kako lahko odstranimo madež rdečega vina?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/129403875.webp
zvoniti
Zvonec zvoni vsak dan.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/117897276.webp
prejeti
Od svojega šefa je prejel povišico.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
cms/verbs-webp/96710497.webp
preseči
Kiti presegajo vse živali po teži.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/96476544.webp
določiti
Datum se določa.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/40632289.webp
klepetati
Študenti med poukom ne bi smeli klepetati.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/93792533.webp
pomeniti
Kaj pomeni ta grb na tleh?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/106203954.webp
uporabljati
V požaru uporabljamo plinske maske.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/5135607.webp
izseliti
Sosed se izseljuje.
verhuizen
De buurman verhuist.