Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

razstavljati
Tukaj je razstavljena moderna umetnost.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.

dostavljati
Naša hčerka med počitnicami dostavlja časopise.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.

klepetati
Pogosto klepeta s svojim sosedom.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

umreti
V filmih umre veliko ljudi.
sterven
Veel mensen sterven in films.

spustiti
Ne smeš spustiti ročaja!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!

omejiti
Med dieto morate omejiti vnos hrane.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.

pripadati
Moja žena mi pripada.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.

slediti
Piščančki vedno sledijo svoji mami.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.

teči za
Mama teče za svojim sinom.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.

hraniti
Otroci hranijo konja.
voeden
De kinderen voeden het paard.

šelestiti
Listje šelesti pod mojimi nogami.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
