Woordenlijst

Leer werkwoorden – Kroatisch

cms/verbs-webp/108580022.webp
vratiti
Otac se vratio iz rata.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
cms/verbs-webp/57207671.webp
prihvatiti
Ne mogu to promijeniti, moram to prihvatiti.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/107407348.webp
putovati
Puno sam putovao po svijetu.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/129203514.webp
čavrljati
Često čavrlja s susjedom.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
cms/verbs-webp/62788402.webp
podržati
Rado podržavamo vašu ideju.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/115153768.webp
jasno vidjeti
Svojim novim naočalama sve jasno vidim.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
cms/verbs-webp/43483158.webp
ići vlakom
Tamo ću ići vlakom.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/102327719.webp
spavati
Beba spava.
slapen
De baby slaapt.
cms/verbs-webp/95655547.webp
pustiti ispred
Nitko ne želi pustiti ga naprijed na blagajni u supermarketu.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/90287300.webp
zvoniti
Čujete li zvono kako zvoni?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/118826642.webp
objasniti
Djed objašnjava svijet svom unuku.
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
cms/verbs-webp/123213401.webp
mrziti
Dva dječaka mrze jedan drugog.
haten
De twee jongens haten elkaar.