Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch
odgovoriti
Student odgovara na pitanje.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
ustati
Više ne može sama ustati.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
hraniti
Djeca hrane konja.
voeden
De kinderen voeden het paard.
učiniti
Žele učiniti nešto za svoje zdravlje.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
goniti
Kauboji goniti stoku s konjima.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
imati na raspolaganju
Djeca imaju na raspolaganju samo džeparac.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
zanemariti
Dijete zanemaruje riječi svoje majke.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
biti
Ne bi trebali biti tužni!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
rasprodati
Roba se rasprodaje.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
tiskati
Knjige i novine se tiskaju.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
ostaviti iza
Slučajno su ostavili svoje dijete na stanici.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.