Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/123844560.webp
beskytte
En hjelm skal beskytte mod ulykker.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/119613462.webp
forvente
Min søster forventer et barn.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
cms/verbs-webp/40326232.webp
forstå
Jeg forstod endelig opgaven!
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!
cms/verbs-webp/75487437.webp
lede
Den mest erfarne vandrer leder altid.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/123367774.webp
sortere
Jeg har stadig en masse papirer, der skal sorteres.
sorteren
Ik heb nog veel papieren te sorteren.
cms/verbs-webp/17624512.webp
vænne sig til
Børn skal vænne sig til at børste tænder.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/116166076.webp
betale
Hun betaler online med et kreditkort.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/106682030.webp
genfinde
Jeg kunne ikke finde mit pas efter flytningen.
terugvinden
Na de verhuizing kon ik mijn paspoort niet meer terugvinden.
cms/verbs-webp/82378537.webp
bortskaffe
Disse gamle gummihjul skal bortskaffes særskilt.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
cms/verbs-webp/113418367.webp
beslutte
Hun kan ikke beslutte, hvilke sko hun skal have på.
beslissen
Ze kan niet beslissen welke schoenen ze moet dragen.
cms/verbs-webp/54608740.webp
luge ud
Ukrudt skal luges ud.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.
cms/verbs-webp/101709371.webp
producere
Man kan producere billigere med robotter.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.