Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/120200094.webp
blande
Du kan blande en sund salat med grøntsager.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/85860114.webp
gå videre
Du kan ikke gå videre herfra.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/127554899.webp
foretrække
Vores datter læser ikke bøger; hun foretrækker sin telefon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/83548990.webp
vende tilbage
Bumerangen vendte tilbage.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
cms/verbs-webp/105854154.webp
begrænse
Hegn begrænser vores frihed.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/86996301.webp
tage parti for
De to venner vil altid tage parti for hinanden.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/102731114.webp
udgive
Forlaget har udgivet mange bøger.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/55788145.webp
dække
Barnet dækker sine ører.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
cms/verbs-webp/92456427.webp
købe
De vil købe et hus.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/99592722.webp
danne
Vi danner et godt team sammen.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/97335541.webp
kommentere
Han kommenterer på politik hver dag.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/106665920.webp
føle
Moderen føler stor kærlighed for sit barn.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.