Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/88597759.webp
trykke
Han trykker på knappen.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/98060831.webp
udgive
Forlæggeren udgiver disse magasiner.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/60395424.webp
springe rundt
Barnet springer glædeligt rundt.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/101556029.webp
afvise
Barnet afviser sin mad.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/108580022.webp
vende tilbage
Faderen er vendt tilbage fra krigen.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
cms/verbs-webp/99207030.webp
ankomme
Flyet ankom til tiden.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/92612369.webp
parkere
Cyklerne er parkeret foran huset.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.
cms/verbs-webp/78063066.webp
opbevare
Jeg opbevarer mine penge i mit natbord.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/33599908.webp
tjene
Hunde kan lide at tjene deres ejere.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
cms/verbs-webp/84847414.webp
passe
Vores søn passer rigtig godt på sin nye bil.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/101890902.webp
producere
Vi producerer vores egen honning.
produceren
We produceren onze eigen honing.
cms/verbs-webp/35862456.webp
begynde
Et nyt liv begynder med ægteskabet.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.