Woordenlijst
Leer werkwoorden – Deens

trække op
Helikopteren trækker de to mænd op.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.

kende til
Hun kender ikke til elektricitet.
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.

kommentere
Han kommenterer på politik hver dag.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.

parkere
Bilerne er parkeret i parkeringskælderen.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

evaluere
Han evaluerer virksomhedens præstation.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.

flytte ud
Naboerne flytter ud.
verhuizen
De buurman verhuist.

efterlade
De efterlod ved et uheld deres barn på stationen.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

tilbringe
Hun tilbringer al sin fritid udenfor.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.

lukke
Hun lukker gardinerne.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.

komme først
Sundhed kommer altid først!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!

investere
Hvad skal vi investere vores penge i?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
