Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

להודות
הוא הודה לה בפרחים.
lhvdvt
hva hvdh lh bprhym.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.

מאכילים
הילדים מאכילים את הסוס.
makylym
hyldym makylym at hsvs.
voeden
De kinderen voeden het paard.

אני לא מעז
אני לא מעז לקפוץ למים.
any la m’ez
any la m’ez lqpvts lmym.
durven
Ik durf niet in het water te springen.

לטעות
תחשוב היטב כדי שלא תטעה!
lt’evt
thshvb hytb kdy shla tt’eh!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!

לאיית
הילדים לומדים לאיית.
layyt
hyldym lvmdym layyt.
spellen
De kinderen leren spellen.

לחשוד
הוא חושד שזו החברה שלו.
lhshvd
hva hvshd shzv hhbrh shlv.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.

מסלים
הוא מסלים פיצות לבתים.
mslym
hva mslym pytsvt lbtym.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.

לספר
היא מספרת לה סוד.
lspr
hya msprt lh svd.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.

לצלצל
אתה שומע את הפעמון מצלצל?
ltsltsl
ath shvm’e at hp’emvn mtsltsl?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

מעשיר
התבלינים מעשירים את המאכל שלנו.
m’eshyr
htblynym m’eshyrym at hmakl shlnv.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.

לשחק
הילד מעדיף לשחק לבדו.
lshhq
hyld m’edyp lshhq lbdv.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
