Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/44159270.webp
tornar
La mestra torna els assaigs als estudiants.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
cms/verbs-webp/111792187.webp
escollir
És difícil escollir el correcte.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/125376841.webp
mirar
A les vacances, vaig mirar moltes atraccions.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/122789548.webp
donar
Què li va donar el seu nòvio pel seu aniversari?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
cms/verbs-webp/123380041.webp
succeir
Li va succeir alguna cosa en l’accident laboral?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/117491447.webp
dependre
Ell és cec i depèn de l’ajuda externa.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/49585460.webp
acabar
Com hem acabat en aquesta situació?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/109542274.webp
deixar passar
Haurien de deixar passar els refugiats a les fronteres?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/35071619.webp
passar per
Els dos passen l’un per l’altre.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
cms/verbs-webp/60395424.webp
saltar
El nen salta feliçment.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/85860114.webp
anar més lluny
No pots anar més enllà d’aquest punt.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/82845015.webp
informar-se
Tots a bord s’informen amb el capità.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.