Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

exprimir
Ella exprimeix la llimona.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.

escollir
És difícil escollir el correcte.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.

castigar
Ella ha castigat la seva filla.
straffen
Ze strafte haar dochter.

fer per
Volen fer alguna cosa per la seva salut.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.

esmorzar
Preferim esmorzar al llit.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

cantar
Els nens canten una cançó.
zingen
De kinderen zingen een lied.

estalviar
Pots estalviar diners en calefacció.
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.

dependre
Ell és cec i depèn de l’ajuda externa.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.

emfatitzar
Pots emfatitzar els teus ulls bé amb maquillatge.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.

barrejar
Pots barrejar una amanida sana amb verdures.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.

acompanyar
Puc acompanyar-te?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
