Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/62788402.webp
støtte
Vi støtter gjerne ideen din.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/91147324.webp
belønne
Han ble belønnet med en medalje.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bekrefte
Hun kunne bekrefte den gode nyheten til mannen sin.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/119895004.webp
skrive
Han skriver et brev.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/99769691.webp
passere forbi
Toget passerer forbi oss.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.
cms/verbs-webp/105854154.webp
begrense
Gjerder begrenser vår frihet.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/101765009.webp
følge
Hunden følger dem.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/125319888.webp
dekke
Hun dekker håret sitt.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/62069581.webp
sende
Jeg sender deg et brev.
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/17624512.webp
venne seg til
Barn må venne seg til å pusse tennene.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/83661912.webp
forberede
De forbereder et deilig måltid.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/79582356.webp
dechiffrere
Han dechifrerer småskriften med et forstørrelsesglass.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.