Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/100634207.webp
forklare
Hun forklarer ham hvordan enheten fungerer.
uitleggen
Ze legt hem uit hoe het apparaat werkt.
cms/verbs-webp/128159501.webp
blande
Ulike ingredienser må blandes.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/123953850.webp
redde
Legene klarte å redde livet hans.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/94193521.webp
svinge
Du kan svinge til venstre.
draaien
Je mag naar links draaien.
cms/verbs-webp/93221279.webp
brenne
Det brenner en ild i peisen.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/120655636.webp
oppdatere
Nå til dags må man stadig oppdatere kunnskapen sin.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/87142242.webp
henge ned
Hengekøyen henger ned fra taket.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/67035590.webp
hoppe
Han hoppet i vannet.
springen
Hij sprong in het water.
cms/verbs-webp/132305688.webp
kaste bort
Energi bør ikke kastes bort.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.
cms/verbs-webp/125385560.webp
vaske
Moren vasker barnet sitt.
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/118253410.webp
tilbringe
Hun tilbrakte alle pengene sine.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
cms/verbs-webp/89025699.webp
bære
Eslet bærer en tung last.
dragen
De ezel draagt een zware last.