Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/96531863.webp
gå gjennom
Kan katten gå gjennom dette hullet?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/125319888.webp
dekke
Hun dekker håret sitt.
bedekken
Ze bedekt haar haar.
cms/verbs-webp/121102980.webp
bli med
Kan jeg bli med deg?
meerijden
Mag ik met je meerijden?
cms/verbs-webp/95190323.webp
stemme
Man stemmer for eller imot en kandidat.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/108286904.webp
drikke
Kuene drikker vann fra elven.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/123947269.webp
overvåke
Alt overvåkes her av kameraer.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/61245658.webp
hoppe ut
Fisken hopper ut av vannet.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/99455547.webp
akseptere
Noen mennesker vil ikke akseptere sannheten.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/94555716.webp
bli
De har blitt et godt lag.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/119269664.webp
bestå
Studentene besto eksamen.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/117890903.webp
svare
Hun svarer alltid først.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/84314162.webp
strekke ut
Han strekker armene sine vidt.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.