Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

stille tilbake
Snart må vi stille klokken tilbake igjen.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.

glede
Målet gleder de tyske fotballfansene.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

bekrefte
Hun kunne bekrefte den gode nyheten til mannen sin.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

snakke dårlig
Klassekameratene snakker dårlig om henne.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

mate
Barna mater hesten.
voeden
De kinderen voeden het paard.

fremme
Vi må fremme alternativer til biltrafikk.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

produsere
Vi produserer strøm med vind og sollys.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

dele
De deler husarbeidet seg imellom.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

ringe
Jenta ringer vennen sin.
bellen
Het meisje belt haar vriendin.

produsere
Vi produserer vår egen honning.
produceren
We produceren onze eigen honing.

straffe
Hun straffet datteren sin.
straffen
Ze strafte haar dochter.
