Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/66787660.webp
male
Jeg vil male min lejlighed.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlade til
Ejerne overlader deres hunde til mig for en tur.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/119379907.webp
gætte
Du skal gætte hvem jeg er!
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/18473806.webp
få tur
Vent venligst, du får snart din tur!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/46998479.webp
diskutere
De diskuterer deres planer.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/105875674.webp
sparke
I kampsport skal man kunne sparke godt.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
cms/verbs-webp/68435277.webp
komme
Jeg er glad for, at du kom!
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
cms/verbs-webp/113253386.webp
lykkes
Det lykkedes ikke denne gang.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppe
Kvinden stopper en bil.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/106279322.webp
rejse
Vi kan godt lide at rejse gennem Europa.
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/100585293.webp
vende rundt
Du skal vende bilen her.
omdraaien
Je moet hier de auto omdraaien.
cms/verbs-webp/93393807.webp
ske
Mærkelige ting sker i drømme.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.