Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/60625811.webp
sunaikinti
Failai bus visiškai sunaikinti.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/99725221.webp
meluoti
Kartais reikia meluoti avarinėje situacijoje.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.
cms/verbs-webp/115628089.webp
ruošti
Ji ruošia tortą.
bereiden
Ze bereidt een taart.
cms/verbs-webp/121264910.webp
supjaustyti
Saldžiam pyragui reikia supjaustyti agurką.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
cms/verbs-webp/17624512.webp
priprasti
Vaikams reikia priprasti šepetėti dantis.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/47241989.webp
tikrinti
Ko tu nežinai, turėtum patikrinti.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/118232218.webp
apsaugoti
Vaikai turi būti apsaugoti.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/82604141.webp
išmesti
Jis užsteigia ant išmestojo bananų lukšto.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/118011740.webp
statyti
Vaikai stato aukštą bokštą.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/103910355.webp
sėdėti
Kambaryje sėdi daug žmonių.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/88615590.webp
apibūdinti
Kaip galima apibūdinti spalvas?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?
cms/verbs-webp/128644230.webp
atnaujinti
Tapytojas nori atnaujinti sienos spalvą.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.