Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/120801514.webp
ilgėtis
Aš labai tavęs pasiilgsiu!
missen
Ik zal je zo erg missen!
cms/verbs-webp/79317407.webp
liepti
Jis liepia savo šuniui.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/104820474.webp
skambėti
Jos balsas skamba nuostabiai.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/112444566.webp
kalbėtis
Su juo turėtų pasikalbėti; jis toks vienišas.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/33688289.webp
įleisti
Niekada negalima įleisti nepažįstamųjų.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/3819016.webp
pramisti
Jis pramisė galimybę įmušti įvartį.
missen
Hij miste de kans op een doelpunt.
cms/verbs-webp/81025050.webp
kovoti
Sportininkai kovoja tarpusavyje.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/82604141.webp
išmesti
Jis užsteigia ant išmestojo bananų lukšto.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.
cms/verbs-webp/74908730.webp
sukelti
Per daug žmonių greitai sukelia chaosą.
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
cms/verbs-webp/79582356.webp
dešifruoti
Jis dešifruoja mažus šriftus su didinamuoju stiklu.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.
cms/verbs-webp/102731114.webp
išleisti
Leidykla išleido daug knygų.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/77738043.webp
pradėti
Kariai pradeda.
beginnen
De soldaten beginnen.