Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

pirkti
Jie nori pirkti namą.
kopen
Ze willen een huis kopen.

transportuoti
Sunkvežimis transportuoja prekes.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

spirti
Kovo menų mokymuose, turite mokėti gerai spirti.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.

prisistoti
Taksi prisistoję prie sustojimo.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

susiorientuoti
Aš gerai susiorientuoju labirinte.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.

drįsti
Jie drįso šokti iš lėktuvo.
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.

ilgėtis
Jis labai ilgisi savo merginos.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.

gauti ligos pažymėjimą
Jam reikia gauti ligos pažymėjimą iš gydytojo.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.

užrašyti
Menininkai užrašė visą sieną.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.

stebėti
Čia viskas yra stebima kameromis.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.

žinoti
Vaikai labai smalsūs ir jau daug ką žino.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.
