Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

navrhnout
Žena něco navrhuje své kamarádce.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.

vyhodit
Šlápne na vyhozenou banánovou slupku.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.

odjet
Když se světla změnila, auta odjela.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.

plýtvat
Energií by se nemělo plýtvat.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.

zastupovat
Advokáti zastupují své klienty u soudu.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

přespat
Chtějí si konečně jednu noc přespat.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.

chránit
Matka chrání své dítě.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.

zastat se
Dva přátelé vždy chtějí zastat jeden druhého.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.

malovat
Namaloval jsem ti krásný obraz!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!

ustoupit
Mnoho starých domů musí ustoupit novým.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

ležet
Děti společně leží na trávníku.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
