Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorovat
Dítě ignoruje slova své matky.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/47802599.webp
preferovat
Mnoho dětí preferuje sladkosti před zdravými věcmi.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
cms/verbs-webp/86710576.webp
odjet
Naši prázdninoví hosté odjeli včera.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/93221279.webp
hořet
V krbu hoří oheň.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.
cms/verbs-webp/74176286.webp
chránit
Matka chrání své dítě.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.
cms/verbs-webp/10206394.webp
vydržet
Těžko vydrží tu bolest!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
cms/verbs-webp/91696604.webp
dovolit
Neměl by se dovolit deprese.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/112444566.webp
mluvit s
S ním by měl někdo mluvit; je tak osamělý.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/86064675.webp
tlačit
Auto se zastavilo a muselo být tlačeno.
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/57481685.webp
opakovat
Student opakoval rok.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/65915168.webp
šustit
Listí šustí pod mýma nohama.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
cms/verbs-webp/61280800.webp
omezit se
Nemohu utratit příliš mnoho peněz; musím se omezit.
beheersen
Ik kan niet te veel geld uitgeven; ik moet me beheersen.