Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/40632289.webp
klepetati
Študenti med poukom ne bi smeli klepetati.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/113671812.webp
deliti
Moramo se naučiti deliti naše bogastvo.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
cms/verbs-webp/109542274.webp
spustiti skozi
Ali je treba begunce spustiti skozi meje?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/83776307.webp
seliti
Moj nečak se seli.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/55119061.webp
začeti teči
Atlet je tik pred tem, da začne teči.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
cms/verbs-webp/43956783.webp
zbežati
Naša mačka je zbežala.
weglopen
Onze kat is weggelopen.
cms/verbs-webp/8451970.webp
razpravljati
Sodelavci razpravljajo o problemu.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/114379513.webp
prekriti
Vodne lilije prekrivajo vodo.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/102397678.webp
objaviti
Oglasi se pogosto objavljajo v časopisih.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/40946954.webp
razvrstiti
Rad razvršča svoje znamke.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/85968175.webp
poškodovati
V nesreči sta bila poškodovana dva avtomobila.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/95625133.webp
ljubiti
Zelo ljubi svojo mačko.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.