Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/122224023.webp
prestaviti
Kmalu bomo morali spet prestaviti uro nazaj.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
cms/verbs-webp/115373990.webp
pojaviti se
V vodi se je nenadoma pojavila velika riba.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.
cms/verbs-webp/120624757.webp
hoditi
Rad hodi po gozdu.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/103910355.webp
sedeti
V sobi sedi veliko ljudi.
zitten
Er zitten veel mensen in de kamer.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trenirati
Pes je treniran od nje.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/93792533.webp
pomeniti
Kaj pomeni ta grb na tleh?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/100434930.webp
končati
Pot se tukaj konča.
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/107996282.webp
sklicevati
Učitelj se sklicuje na primer na tabli.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/121264910.webp
narezati
Za solato moraš narezati kumaro.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
cms/verbs-webp/120515454.webp
hraniti
Otroci hranijo konja.
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/118485571.webp
narediti
Želijo narediti nekaj za svoje zdravje.
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
cms/verbs-webp/130814457.webp
dodati
Kavi doda nekaj mleka.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.