Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (BR)

cms/verbs-webp/4553290.webp
entrar
O navio está entrando no porto.
binnenkomen
Het schip komt de haven binnen.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitorar
Tudo aqui é monitorado por câmeras.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/104759694.webp
esperar
Muitos esperam por um futuro melhor na Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/129403875.webp
tocar
O sino toca todos os dias.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/96710497.webp
superar
As baleias superam todos os animais em peso.
overtreffen
Walvissen overtreffen alle dieren in gewicht.
cms/verbs-webp/118596482.webp
procurar
Eu procuro por cogumelos no outono.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.
cms/verbs-webp/91254822.webp
colher
Ela colheu uma maçã.
plukken
Ze plukte een appel.
cms/verbs-webp/123844560.webp
proteger
Um capacete é suposto proteger contra acidentes.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/111750432.webp
pendurar
Ambos estão pendurados em um galho.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/96668495.webp
imprimir
Livros e jornais estão sendo impressos.
drukken
Boeken en kranten worden gedrukt.
cms/verbs-webp/93169145.webp
falar
Ele fala para seu público.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/101630613.webp
procurar
O ladrão procura a casa.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.