Woordenlijst
Leer werkwoorden – Portugees (BR)
conversar
Eles conversam um com o outro.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
limitar
Durante uma dieta, é preciso limitar a ingestão de alimentos.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
farfalhar
As folhas farfalham sob meus pés.
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
endossar
Nós endossamos de bom grado sua ideia.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
passar por
Os dois passam um pelo outro.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
melhorar
Ela quer melhorar sua figura.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
virar
Você pode virar à esquerda.
draaien
Je mag naar links draaien.
andar
As crianças gostam de andar de bicicleta ou patinetes.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
exigir
Meu neto exige muito de mim.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
servir
Cães gostam de servir seus donos.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.
retornar
O pai retornou da guerra.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.