Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/32312845.webp
ekskludere
Gruppen ekskluderer ham.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/116932657.webp
motta
Han mottar en god pensjon i alderdommen.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/80060417.webp
kjøre bort
Hun kjører bort i bilen sin.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/108520089.webp
inneholde
Fisk, ost og melk inneholder mye protein.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/119417660.webp
tro
Mange mennesker tror på Gud.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/23257104.webp
skyve
De skyver mannen ut i vannet.
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/129300323.webp
berøre
Bonden berører plantene sine.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/122707548.webp
stå
Fjellklatreren står på toppen.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/18473806.webp
få tur
Vennligst vent, du får snart din tur!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
cms/verbs-webp/118011740.webp
bygge
Barna bygger et høyt tårn.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/93169145.webp
snakke
Han snakker til sitt publikum.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/104849232.webp
føde
Hun vil føde snart.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.