Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

fremheve
Du kan fremheve øynene dine godt med sminke.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.

forstå
Jeg forsto endelig oppgaven!
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!

snakke med
Noen burde snakke med ham; han er så ensom.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

melde
Alle om bord melder til kapteinen.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.

flytte
Nevøen min flytter.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.

påta seg
Jeg har påtatt meg mange reiser.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.

bomme
Han bommet på spikeren og skadet seg selv.
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.

gå inn
T-banen har nettopp gått inn på stasjonen.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.

takke
Han takket henne med blomster.
bedanken
Hij bedankte haar met bloemen.

glede
Målet gleder de tyske fotballfansene.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

sende
Han sender et brev.
sturen
Hij stuurt een brief.
