Woordenlijst
Leer werkwoorden – Duits
drücken
Er drückt auf den Knopf.
drukken
Hij drukt op de knop.
malen
Ich habe ein schönes Bild für dich gemalt!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
aussterben
Viele Tiere sind heute ausgestorben.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
liebhaben
Sie hat ihr Pferd sehr lieb.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
verwenden
Schon kleine Kinder verwenden Tablets.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
fördern
Wir müssen Alternativen zum Autoverkehr fördern.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
telefonieren
Sie kann nur in der Mittagspause telefonieren.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
erlassen
Ich erlasse ihm seine Schulden.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
genügen
Ein Salat genügt mir zum Mittagessen.
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.
antworten
Sie antwortet immer als Erste.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
umbringen
Vorsicht, mit dieser Axt kann man jemanden umbringen!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!