Woordenlijst

Leer werkwoorden – Duits

cms/verbs-webp/88597759.webp
drücken
Er drückt auf den Knopf.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/121112097.webp
malen
Ich habe ein schönes Bild für dich gemalt!
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
cms/verbs-webp/117658590.webp
aussterben
Viele Tiere sind heute ausgestorben.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/119235815.webp
liebhaben
Sie hat ihr Pferd sehr lieb.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/106608640.webp
verwenden
Schon kleine Kinder verwenden Tablets.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/87153988.webp
fördern
Wir müssen Alternativen zum Autoverkehr fördern.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/112755134.webp
telefonieren
Sie kann nur in der Mittagspause telefonieren.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.
cms/verbs-webp/115224969.webp
erlassen
Ich erlasse ihm seine Schulden.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
cms/verbs-webp/106591766.webp
genügen
Ein Salat genügt mir zum Mittagessen.
genoeg zijn
Een salade is voor mij genoeg voor de lunch.
cms/verbs-webp/117890903.webp
antworten
Sie antwortet immer als Erste.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/122398994.webp
umbringen
Vorsicht, mit dieser Axt kann man jemanden umbringen!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/89025699.webp
schleppen
Der Esel schleppt eine schwere Last.
dragen
De ezel draagt een zware last.