Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

oblikovati
Skupaj oblikujemo dobro ekipo.
vormen
We vormen samen een goed team.

omejiti
Ali bi morali omejiti trgovino?
beperken
Moet handel worden beperkt?

voditi
Rad vodi ekipo.
leiden
Hij leidt graag een team.

razumeti se
Končajta svoj prepir in se končno razumita!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

potovati okoli
Veliko sem potoval po svetu.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.

pogledati
Kar ne veš, moraš pogledati.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.

govoriti
V kinu se ne bi smeli preglasno pogovarjati.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.

lagati
Včasih je v sili treba lagati.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

uporabljati
V požaru uporabljamo plinske maske.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.

biti
Ne bi smel biti žalosten!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!

preveriti
Zobozdravnik preverja pacientovo zobovje.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
