Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

dívat se
Všichni se dívají na své telefony.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.

míchat
Malíř míchá barvy.
mengen
De schilder mengt de kleuren.

zapomenout
Nechce zapomenout na minulost.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

složit
Studenti složili zkoušku.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.

obnovit
Malíř chce obnovit barvu zdi.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.

připravit
Je připravená vynikající snídaně!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!

číst
Nemohu číst bez brýlí.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

chránit
Helma má chránit před nehodami.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.

popsat
Jak lze popsat barvy?
beschrijven
Hoe kun je kleuren beschrijven?

ztratit se
V lese je snadné se ztratit.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

stýskat se
Bude mi po tobě tak stýskat!
missen
Ik zal je zo erg missen!
