Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch

poskakovat
Dítě veselě poskakuje.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.

přejet
Cyklista byl přejet autem.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.

myslet
Kdo si myslíš, že je silnější?
denken
Wie denk je dat sterker is?

nastavit
Musíte nastavit hodiny.
instellen
Je moet de klok instellen.

ignorovat
Dítě ignoruje slova své matky.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.

omezit
Ploty omezují naši svobodu.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

pokrýt
Lekníny pokrývají vodu.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.

cestovat
Rádi cestujeme po Evropě.
reizen
We reizen graag door Europa.

hádat
Musíš hádat, kdo jsem!
raden
Je moet raden wie ik ben!

prozkoumat
V této laboratoři se prozkoumávají vzorky krve.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

vidět
S brýlemi vidíte lépe.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
