Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/60395424.webp
poskakovat
Dítě veselě poskakuje.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/115520617.webp
přejet
Cyklista byl přejet autem.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/118567408.webp
myslet
Kdo si myslíš, že je silnější?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/104825562.webp
nastavit
Musíte nastavit hodiny.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignorovat
Dítě ignoruje slova své matky.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/105854154.webp
omezit
Ploty omezují naši svobodu.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/114379513.webp
pokrýt
Lekníny pokrývají vodu.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/106279322.webp
cestovat
Rádi cestujeme po Evropě.
reizen
We reizen graag door Europa.
cms/verbs-webp/119379907.webp
hádat
Musíš hádat, kdo jsem!
raden
Je moet raden wie ik ben!
cms/verbs-webp/73488967.webp
prozkoumat
V této laboratoři se prozkoumávají vzorky krve.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/114993311.webp
vidět
S brýlemi vidíte lépe.
zien
Je kunt beter zien met een bril.
cms/verbs-webp/91442777.webp
šlápnout
Nemohu šlápnout na zem s touto nohou.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.