Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans

passer avant
La santé passe toujours avant tout !
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!

préférer
Beaucoup d’enfants préfèrent les bonbons aux choses saines.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.

disparaître
De nombreux animaux ont disparu aujourd’hui.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.

discuter
Les collègues discutent du problème.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.

réveiller
Il vient de se réveiller.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.

discuter
Il discute souvent avec son voisin.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

devoir
On devrait boire beaucoup d’eau.
moeten
Men zou veel water moeten drinken.

vérifier
Le dentiste vérifie les dents.
controleren
De tandarts controleert de tanden.

persuader
Elle doit souvent persuader sa fille de manger.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

rater
L’homme a raté son train.
missen
De man heeft zijn trein gemist.

faire faillite
L’entreprise fera probablement faillite bientôt.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
