Woordenlijst

Leer werkwoorden – Frans

cms/verbs-webp/99392849.webp
enlever
Comment peut-on enlever une tache de vin rouge?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/120624757.webp
marcher
Il aime marcher dans la forêt.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/115172580.webp
prouver
Il veut prouver une formule mathématique.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.
cms/verbs-webp/96061755.webp
servir
Le chef nous sert lui-même aujourd’hui.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
cms/verbs-webp/73751556.webp
prier
Il prie silencieusement.
bidden
Hij bidt in stilte.
cms/verbs-webp/106725666.webp
vérifier
Il vérifie qui y habite.
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/70055731.webp
partir
Le train part.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/112407953.webp
écouter
Elle écoute et entend un son.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/80116258.webp
évaluer
Il évalue la performance de l’entreprise.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
cms/verbs-webp/45022787.webp
tuer
Je vais tuer la mouche!
doden
Ik zal de vlieg doden!
cms/verbs-webp/101630613.webp
fouiller
Le cambrioleur fouille la maison.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.
cms/verbs-webp/68435277.webp
venir
Je suis content que tu sois venu !
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!