Woordenlijst

Leer werkwoorden – Frans

cms/verbs-webp/99633900.webp
explorer
Les humains veulent explorer Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/93792533.webp
signifier
Que signifie ce blason sur le sol?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/77883934.webp
suffire
Ça suffit, tu m’agaces!
genoeg zijn
Dat is genoeg, je irriteert!
cms/verbs-webp/102631405.webp
oublier
Elle ne veut pas oublier le passé.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/100011426.webp
influencer
Ne te laisse pas influencer par les autres!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/63351650.webp
annuler
Le vol est annulé.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/106203954.webp
utiliser
Nous utilisons des masques à gaz dans l’incendie.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/129945570.webp
répondre
Elle a répondu par une question.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/123786066.webp
boire
Elle boit du thé.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/90643537.webp
chanter
Les enfants chantent une chanson.
zingen
De kinderen zingen een lied.
cms/verbs-webp/106665920.webp
ressentir
La mère ressent beaucoup d’amour pour son enfant.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/122010524.webp
entreprendre
J’ai entrepris de nombreux voyages.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.