Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch

sjesti
Ona sjedi kraj mora pri zalasku sunca.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.

jamčiti
Osiguranje jamči zaštitu u slučaju nesreća.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

složiti se
Susjedi se nisu mogli složiti oko boje.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.

testirati
Automobil se testira u radionici.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.

donijeti
Kurir donosi paket.
brengen
De koerier brengt een pakketje.

udariti
Roditelji ne bi trebali udarati svoju djecu.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

uništiti
Tornado uništava mnoge kuće.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

oporezivati
Tvrtke se oporezuju na razne načine.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

pokriti
Dijete se pokriva.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.

odgovoriti
Ona uvijek prva odgovara.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

prevesti
Može prevesti između šest jezika.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
