Woordenlijst
Leer werkwoorden – Kroatisch
popraviti
Htio je popraviti kabel.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
vratiti
Uređaj je neispravan; trgovac ga mora vratiti.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
prolaziti
Vrijeme ponekad prolazi sporo.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
čistiti
Ona čisti kuhinju.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
usuditi se
Ne usudim se skočiti u vodu.
durven
Ik durf niet in het water te springen.
vratiti
Učitelj vraća eseje studentima.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
ustati
Više ne može sama ustati.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
otvarati
Dijete otvara svoj poklon.
openen
Het kind opent zijn cadeau.
zauzeti se
Dvoje prijatelja uvijek želi zauzeti se jedno za drugo.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
voditi
Najiskusniji planinar uvijek vodi.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
oduševiti
Gol oduševljava njemačke nogometne navijače.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.