Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/87153988.webp
bevorder
Ons moet alternatiewe vir motorverkeer bevorder.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/89516822.webp
straf
Sy het haar dogter gestraf.
straffen
Ze strafte haar dochter.
cms/verbs-webp/47062117.webp
oor die weg kom
Sy moet met min geld oor die weg kom.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
cms/verbs-webp/96476544.webp
stel vas
Die datum word vasgestel.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/121820740.webp
begin
Die stappers het vroeg in die oggend begin.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
cms/verbs-webp/100298227.webp
omhels
Hy omhels sy ou pa.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.
cms/verbs-webp/61389443.webp
Die kinders lê saam in die gras.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/84847414.webp
versorg
Ons seun versorg sy nuwe motor baie goed.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Jy kan nie enige verder op hierdie punt gaan nie.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/79046155.webp
herhaal
Kan jy dit asseblief herhaal?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/56994174.webp
kom uit
Wat kom uit die eier uit?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
cms/verbs-webp/113136810.webp
stuur af
Hierdie pakkie sal binnekort afgestuur word.
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.