Woordenlijst
Leer werkwoorden – Afrikaans

deurlaat
Moet vlugtelinge by die grense deurgelaat word?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

oefen
Sy oefen ’n ongewone beroep uit.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.

stap
Die gesin gaan Sondae stap.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

skryf
Hy skryf ’n brief.
schrijven
Hij schrijft een brief.

akkommodasie kry
Ons het akkommodasie in ’n goedkoop hotel gekry.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.

moeilik vind
Albei vind dit moeilik om totsiens te sê.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.

ontvang
Hy ontvang ’n goeie pensioen in sy ouderdom.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.

pret hê
Ons het baie pret by die kermis gehad!
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!

bevorder
Ons moet alternatiewe vir motorverkeer bevorder.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

verwyder
Die graafmasjien verwyder die grond.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.

sien duidelik
Ek kan alles duidelik sien deur my nuwe brille.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.
